Alle niveaus

Bijvoeglijke naamwoorden
Woorden die kwaliteiten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden beschrijven.
  • 1076 woorden
Bijwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 375 woorden
Hulpwerkwoorden
Werkwoorden die samen met hoofdwerkwoorden worden gebruikt om zinnen te vormen, zoals 'do', 'have' en 'be'.
  • 3 woorden
Voegwoorden
Woorden die woorden, zinnen of clausules verbinden.
  • 33 woorden
Bepaalde lidwoorden
Woorden die een specifieke instantie van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 1 woorden
Bepalers
Woorden die de hoeveelheid of het type van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 42 woorden
Uitrepen
Woorden die sterke emoties of verrassing uitdrukken.
  • 23 woorden
Onbepaalde lidwoorden
Woorden die een algemene of ongespecificeerde instantie van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 1 woorden
Infinitief markers
Woorden die het begin van een infinitiefzin aangeven.
  • 1 woorden
Onregelmatige werkwoorden
Werkwoorden die de standaard vervoegingspatronen niet volgen.
  • 146 woorden
Koppelwerkwoorden
Werkwoorden die het onderwerp van een zin verbinden met een predicaat.
  • 1 woorden
Modale werkwoorden
Werkwoorden die noodzaak of mogelijkheid uitdrukken, zoals 'can', 'could', 'may', 'might', 'must', 'shall' en 'should'.
  • 14 woorden
Zelfstandige naamwoorden
Woorden die mensen, plaatsen, dingen of ideeën vertegenwoordigen.
  • 2968 woorden
Getallen
Woorden die hoeveelheden of numerieke waarden vertegenwoordigen.
  • 21 woorden
Ordinale getallen
Woorden die de positie van een item in een volgorde aangeven.
  • 5 woorden
Voorzetsels
Woorden die de relatie tussen een zelfstandig naamwoord en andere woorden in een zin aangeven.
  • 68 woorden
Voornaamwoorden
Woorden die zelfstandige naamwoorden vervangen om herhaling te voorkomen.
  • 78 woorden
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden die een standaard vervoegingspatroon volgen.
  • 1107 woorden
Werkwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 1253 woorden

Niveau A1

Bijvoeglijke naamwoorden
Woorden die kwaliteiten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden beschrijven.
  • 69 woorden
Bijwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 44 woorden
Hulpwerkwoorden
Werkwoorden die samen met hoofdwerkwoorden worden gebruikt om zinnen te vormen, zoals 'do', 'have' en 'be'.
  • 1 woorden
Voegwoorden
Woorden die woorden, zinnen of clausules verbinden.
  • 7 woorden
Bepaalde lidwoorden
Woorden die een specifieke instantie van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 1 woorden
Bepalers
Woorden die de hoeveelheid of het type van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 15 woorden
Uitrepen
Woorden die sterke emoties of verrassing uitdrukken.
  • 11 woorden
Onbepaalde lidwoorden
Woorden die een algemene of ongespecificeerde instantie van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 1 woorden
Onregelmatige werkwoorden
Werkwoorden die de standaard vervoegingspatronen niet volgen.
  • 39 woorden
Modale werkwoorden
Werkwoorden die noodzaak of mogelijkheid uitdrukken, zoals 'can', 'could', 'may', 'might', 'must', 'shall' en 'should'.
  • 3 woorden
Zelfstandige naamwoorden
Woorden die mensen, plaatsen, dingen of ideeën vertegenwoordigen.
  • 254 woorden
Getallen
Woorden die hoeveelheden of numerieke waarden vertegenwoordigen.
  • 10 woorden
Ordinale getallen
Woorden die de positie van een item in een volgorde aangeven.
  • 4 woorden
Voorzetsels
Woorden die de relatie tussen een zelfstandig naamwoord en andere woorden in een zin aangeven.
  • 17 woorden
Voornaamwoorden
Woorden die zelfstandige naamwoorden vervangen om herhaling te voorkomen.
  • 20 woorden
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden die een standaard vervoegingspatroon volgen.
  • 52 woorden
Werkwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 91 woorden

Niveau A2

Bijvoeglijke naamwoorden
Woorden die kwaliteiten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden beschrijven.
  • 74 woorden
Bijwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 41 woorden
Hulpwerkwoorden
Werkwoorden die samen met hoofdwerkwoorden worden gebruikt om zinnen te vormen, zoals 'do', 'have' en 'be'.
  • 1 woorden
Voegwoorden
Woorden die woorden, zinnen of clausules verbinden.
  • 4 woorden
Bepalers
Woorden die de hoeveelheid of het type van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 5 woorden
Uitrepen
Woorden die sterke emoties of verrassing uitdrukken.
  • 3 woorden
Onregelmatige werkwoorden
Werkwoorden die de standaard vervoegingspatronen niet volgen.
  • 10 woorden
Koppelwerkwoorden
Werkwoorden die het onderwerp van een zin verbinden met een predicaat.
  • 1 woorden
Modale werkwoorden
Werkwoorden die noodzaak of mogelijkheid uitdrukken, zoals 'can', 'could', 'may', 'might', 'must', 'shall' en 'should'.
  • 1 woorden
Zelfstandige naamwoorden
Woorden die mensen, plaatsen, dingen of ideeën vertegenwoordigen.
  • 264 woorden
Getallen
Woorden die hoeveelheden of numerieke waarden vertegenwoordigen.
  • 1 woorden
Voorzetsels
Woorden die de relatie tussen een zelfstandig naamwoord en andere woorden in een zin aangeven.
  • 6 woorden
Voornaamwoorden
Woorden die zelfstandige naamwoorden vervangen om herhaling te voorkomen.
  • 9 woorden
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden die een standaard vervoegingspatroon volgen.
  • 77 woorden
Werkwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 87 woorden

Niveau B1

Bijvoeglijke naamwoorden
Woorden die kwaliteiten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden beschrijven.
  • 96 woorden
Bijwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 36 woorden
Voegwoorden
Woorden die woorden, zinnen of clausules verbinden.
  • 7 woorden
Bepalers
Woorden die de hoeveelheid of het type van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 1 woorden
Onregelmatige werkwoorden
Werkwoorden die de standaard vervoegingspatronen niet volgen.
  • 6 woorden
Modale werkwoorden
Werkwoorden die noodzaak of mogelijkheid uitdrukken, zoals 'can', 'could', 'may', 'might', 'must', 'shall' en 'should'.
  • 1 woorden
Zelfstandige naamwoorden
Woorden die mensen, plaatsen, dingen of ideeën vertegenwoordigen.
  • 219 woorden
Voorzetsels
Woorden die de relatie tussen een zelfstandig naamwoord en andere woorden in een zin aangeven.
  • 5 woorden
Voornaamwoorden
Woorden die zelfstandige naamwoorden vervangen om herhaling te voorkomen.
  • 3 woorden
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden die een standaard vervoegingspatroon volgen.
  • 84 woorden
Werkwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 90 woorden

Niveau B2

Bijvoeglijke naamwoorden
Woorden die kwaliteiten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden beschrijven.
  • 152 woorden
Bijwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 50 woorden
Voegwoorden
Woorden die woorden, zinnen of clausules verbinden.
  • 4 woorden
Onregelmatige werkwoorden
Werkwoorden die de standaard vervoegingspatronen niet volgen.
  • 12 woorden
Zelfstandige naamwoorden
Woorden die mensen, plaatsen, dingen of ideeën vertegenwoordigen.
  • 389 woorden
Voorzetsels
Woorden die de relatie tussen een zelfstandig naamwoord en andere woorden in een zin aangeven.
  • 3 woorden
Voornaamwoorden
Woorden die zelfstandige naamwoorden vervangen om herhaling te voorkomen.
  • 2 woorden
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden die een standaard vervoegingspatroon volgen.
  • 181 woorden
Werkwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 193 woorden

Niveau C1

Bijvoeglijke naamwoorden
Woorden die kwaliteiten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden beschrijven.
  • 133 woorden
Bijwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 20 woorden
Onregelmatige werkwoorden
Werkwoorden die de standaard vervoegingspatronen niet volgen.
  • 8 woorden
Zelfstandige naamwoorden
Woorden die mensen, plaatsen, dingen of ideeën vertegenwoordigen.
  • 371 woorden
Voorzetsels
Woorden die de relatie tussen een zelfstandig naamwoord en andere woorden in een zin aangeven.
  • 2 woorden
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden die een standaard vervoegingspatroon volgen.
  • 150 woorden
Werkwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 158 woorden

Niveau C2

Bijvoeglijke naamwoorden
Woorden die kwaliteiten of kenmerken van zelfstandige naamwoorden beschrijven.
  • 552 woorden
Bijwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 184 woorden
Hulpwerkwoorden
Werkwoorden die samen met hoofdwerkwoorden worden gebruikt om zinnen te vormen, zoals 'do', 'have' en 'be'.
  • 1 woorden
Voegwoorden
Woorden die woorden, zinnen of clausules verbinden.
  • 11 woorden
Bepalers
Woorden die de hoeveelheid of het type van een zelfstandig naamwoord specificeren.
  • 21 woorden
Uitrepen
Woorden die sterke emoties of verrassing uitdrukken.
  • 9 woorden
Infinitief markers
Woorden die het begin van een infinitiefzin aangeven.
  • 1 woorden
Onregelmatige werkwoorden
Werkwoorden die de standaard vervoegingspatronen niet volgen.
  • 71 woorden
Modale werkwoorden
Werkwoorden die noodzaak of mogelijkheid uitdrukken, zoals 'can', 'could', 'may', 'might', 'must', 'shall' en 'should'.
  • 9 woorden
Zelfstandige naamwoorden
Woorden die mensen, plaatsen, dingen of ideeën vertegenwoordigen.
  • 1471 woorden
Getallen
Woorden die hoeveelheden of numerieke waarden vertegenwoordigen.
  • 10 woorden
Ordinale getallen
Woorden die de positie van een item in een volgorde aangeven.
  • 1 woorden
Voorzetsels
Woorden die de relatie tussen een zelfstandig naamwoord en andere woorden in een zin aangeven.
  • 35 woorden
Voornaamwoorden
Woorden die zelfstandige naamwoorden vervangen om herhaling te voorkomen.
  • 44 woorden
Regelmatige werkwoorden
Werkwoorden die een standaard vervoegingspatroon volgen.
  • 563 woorden
Werkwoorden
Woorden die acties, toestanden of gebeurtenissen beschrijven.
  • 634 woorden